‘Waardegedreven Werken’. Dat is waar Arjo Klamer (68) al jaren voor pleit als voormalig hoogleraar Culturele Economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Begin oktober organiseerde de universiteit voor hem een afscheidsreceptie. De pensionaris is sinds kort bestuurslid van het Landelijk Netwerk Sociale Coöperaties (LaNSCO) en wil een sociale coöperatie op richten in zijn woonplaats Hilversum. “Er is duidelijk een kentering gaande. We komen uit een periode waar winst, economische groei en prestatiegericht werken op de voorgrond staan. Die tijd is geweest, de waarde van wat je doet wordt steeds belangrijker.”

De econoom werd geboren als zoon van een dominee in het meest noordelijke plaatsje van Nederland in de pastorie van Westernieland. Saillant detail. In dezelfde kamer waar ook Freek de Jonge het eerste levenslicht zag. Na zijn middelbareschooltijd ging hij economie studeren. Hij kijkt terug op een lange carrière. Na zijn afstuderen wilde hij weg uit Nederland, ‘er van loskomen’, vertelt hij. Hij vertrok naar de VS en gaf van 1977 tot 1994 op verschillende universiteiten les. Wat hem erg goed beviel was de intellectueel stimulerende omgeving die hij daar aantrof. De laatste 25 jaar werkte hij op de Erasmus Universiteit.

Betekenisgevende activiteiten

Als voormalig wethouder Sociale Zaken en Participatie voor de SP in Hilversum kwam Klamer veel in aanraking met mensen die moeite hebben om mee te komen, niet de kans krijgen om hun eigen mogelijkheden te gebruiken en datgene te doen waar ze goed in zijn en gelukkig van worden. Hij ziet het als zijn heilige plicht om dat mogelijk te maken. “We moeten naar een samenleving waar ieder zijn ding kan doen. Betekenisgevende activiteiten kan ontplooien. En waar je iets aan kunt bijdragen, voor en met anderen werkt en weer in gesprek bent met elkaar. Daar is nu te weinig ruimte voor.”

Sociale coöperatie

Klamer zijn levensvisie is de basis van zijn vak Humane Economie. Wat, zegt hij, gaat over een economie die dienstbaar is, waar werknemers niet als instrument worden gebruikt, men niet naar macht kijkt maar naar hoe we met elkaar kunnen delen. Waar het sociale voorop staat, het leven betekenis en zin heeft. “Als je dat beseft ga je ook anders naar werk kijken bijvoorbeeld en dat geld een middel is en niet het doel.” Waardegedreven werken en de opkomst van sociale coöperaties zijn duidelijk aan elkaar gelinkt, merkt Klamer op. Daar kunnen deelnemers zoals hij vaak herhaalt ‘hun ding doen’. In datgene waar ze goed in zijn en wat bij hen past. Een sociale coöperatie in Hilversum kan mensen die vastzitten in de regels er weer bovenop helpen, betoogt hij. “Het doet namelijk pijn als je niet erkent wordt met de waarde die je voor de samenleving creëert. Zo ken ik uit mijn netwerk, toen ik wethouder was, een kunstenares. Ze zit in de bijstand en kan daardoor geen kant op. In de coöperatie kan ze zich weer ontplooien. We starten met vier leden en zijn nu met het papierwerk en de notaris bezig.”

Basisinkomen

In het verlengde van het groeiende dat ‘het’ anders moet waardoor er steeds meer collectieve projecten worden opgestart, is het basisinkomen, tot in de politieke regionen, ook een discussiepunt. Klamer is echter kritisch op ‘zomaar’ geld geven. Hij is niet zo happy met iets oplossen door geld te geven en klaar. “Ik ben meer voor een negatieve inkomstenbelasting. Dat je dus inkomen erbij krijgt wanneer je onder een bepaalde norm komt, zodat niet iedereen, zoals ik, een basisinkomen krijgt. Wat die norm is, dat weten we nog niet.”

Op de vraag waarom de Hilversummer bestuurslid is geworden van LaNSCO antwoordt hij heel pragmatisch: “Ze hebben mij gevraagd.”

Bert Vos
Oktober 2021.