Een intrigerende vraag die zowel voor gemeenten als sociale coöperaties (soco’s) relevant is. Eric van Eerden duikt in de materie, zet feiten en ervaringen op een rij en toont daarmee aan dat deze aanname niet klopt.

Waarom lijken soco’s lastig voor gemeenten? Omdat het om een kleine groep bijstandsgebruikers gaat, ‘weinig’ oplevert en schijnbaar te ingewikkeld is omdat het niet binnen 1 van de gemeentelijke hokjes past.. Daar staat tegenover dat het voor de leden een bevrijding is. Eindelijk ruimte om iets van betekenis te doen, zonder in dienst te zijn van iemand anders. Zonder gezagsrelatie met een werkgever, maar gewoon als eigen baas. Iemand die respect verdiend en zelfstandig meerwaarde heeft. Ook al is dat op beperkte schaal.

Er zijn inmiddels in Nederland 19 sociale coöperaties actief. De leden zijn blij en gelukkig. En soms lukt het om volledig op eigen benen verder te gaan. Over het algemeen lukt het zelfs 20% van de leden. Het is niet per se de bedoeling van de coöperaties, want ook voor mensen die niet hun volledige inkomen kunnen verdienen moet het mogelijk zijn om zelfstandig te blijven werken. Maar het is wel een teken dat mensen die deelnemen aan een soco zich zelfstandig kunnen ontwikkelen.  Bij een iemand met een blijvende beperking in dienst van een werkgever verstrekt de gemeente loonkostensubsidie. Waarom zou dat niet kunnen bij zelfstandig ondernemerschap? Dat het wel kan blijkt uit de goede voorbeelden.

Moeite met concept

Ondanks de positieve resultaten (zeer grote tevredenheid bij de leden en een positieve uitstroom van meer dan 20%) zijn er maar 3 nieuwe initiatieven in opstart. Een belangrijke verklaring is dat gemeenten grote moeite hebben met dit concept. Daarom willen we u graag meenemen naar de wereld van de sociale coöperaties, zodat u kunt zien dat het past binnen de wet én binnen de leefwereld van mensen die grote moeite hebben om aan het werk te komen!

Een sociale coöperatie is een innovatieve mogelijkheid voor mensen die vanuit een uitkering willen ondernemen. Deze wordt opgezet samen met en vanuit de doelgroep zelf. Binnen een coöperatie gaan mensen met behoud van uitkering aan de slag om hun eigen bedrijf op te bouwen. Dit kan een gezamenlijk bedrijf zijn of ieder lid start een eigen bedrijf.

Leden krijgen naast persoonlijke begeleiding ook gerichte ondersteuning bij het oprichten en runnen van hun bedrijfjes. De leden richten zich op datgene waar ze goed in zijn, de coöperatie helpt hen met overkoepelende zaken als administratie, inkoop, en huisvesting. Ze versterken elkaar, vangen samen tegenslagen op en vieren samen de successen.

Rol gemeenten

Een sociale coöperatie biedt haar leden de mogelijkheid om te ondernemen met behoud van uitkering. Daarbij is er een reïntegratiedoel: weer aan het werk als werknemer of zelfstandige én/of een participatie doel: meedoen. Een sociale coöperatie dient beide doelen. Aan de ene kant worden leden gestimuleerd om omzet te genereren, aan de andere kant worden leden uitgedaagd om het beste uit zichzelf te halen. Gemeenten kunnen daarbij een handje helpen: bijvoorbeeld door het afsluiten van een contract waarmee zij de coöperatie toestaan dat aangesloten leden vrijgesteld worden van sollicitatieplicht én met behoud van uitkering namens de coöperatie opdrachten mogen uitvoeren. Een aantal gemeenten is wat betreft dit laatste punt nogal huiverig: mag dat? Dat mag! Omdat de inkomsten niet rechtstreeks naar de leden gaan, maar naar de coöperatie. Daar wordt precies bijgehouden welke inkomsten en uitgaven de leden hebben, zodat zij kunnen investeren in de opbouw van hun eigen bedrijf én in zichzelf. In een aantal gemeenten wordt zelfs toestemming gegeven om een deel van het verschil tussen uitgaven en inkomsten als beloning aan de leden te geven.  Daarnaast kunnen gemeenten helpen door te helpen met de selectie van potentiële deelnemers en door initiatieven financieel te steunen.

Vanuit mensen denken

We zien dat er een groep mensen is die heel graag willen werken, maar niet in een betaalde baan aan het werk komen. Bestaande re-integratie- en participatie-instrumenten werken niet voor hen. Juist door optimaal aan te sluiten bij de ambities die deze mensen hebben én de stimulans dat zij zelf kunnen zorgen voor de middelen om zichzelf te verbeteren maakt dat sociale coöperaties iets speciaals mogelijk maken. In de woorden van Lennart, lid van Zoete Kruimels in Zoetermeer: “Het geeft echt een onwijs goed gevoel, om het door mij verrichte werk ook daadwerkelijk omgezet te zien worden in iets waarmee ik weer een stapje verder kan komen. Eerst had ik alleen mijn eigen computer, maar nu heb ik ook mijn eigen, met Zoete Kruimels verdiende, printer waarmee ik weer iets meer kan. Oké, nog niet helemaal perfect en nog niet super professioneel maar ik ben onderweg en ontwikkel me . Fantastisch toch!”

Betekenis

We zien ook dat zeker niet iedereen aan een betaalde baan zal komen of als zelfstandige volledig uit de uitkering zal treden. Het effect zal met name zijn dat er een groep mensen is wiens welzijn substantieel is verbeterd, waardoor ze daadwerkelijk een grotere betekenis hebben voor de samenleving als geheel.  En het kan nog veel beter verwachten we. Zo zien we dat er een variatie aan uitwerkingen ontstaat op basis van het oorspronkelijke concept van partieel ondernemerschap. Er zijn inmiddels sociale coöperaties die gericht zijn op nieuwkomers, die gezamenlijke producten en diensten aanbieden of een mengvorm hebben waarbij ze zowel een kringloopwinkel runnen als individuele ondernemers ondersteunen. Ook ontwikkelt de ondersteuning zich steeds meer. Er wordt inmiddels een professionele training aangeboden aan de individuele ondernemers én is er een handboek ontwikkeld om nieuwe initiatieven een steun in de rug te geven. Zowel gemeenten, individuele trekkers als organisaties kunnen zich melden om een nieuwe sociale coöperatie op te richten. Elke gemeente verdient er minstens één!

Werken vanuit de bijstand

Sociale coöperaties leveren een belangrijke bijdrage aan de maatschappelijke doelstellingen van een gemeente op o.a. participatie, arbeidsintegratie en welzijn en vormen dus geen ‘pain in the ass’. Het vraagt wel van een gemeente zich open te stellen om breder naar werk te kijken en dat te willen faciliteren.

LaNSCO streeft ernaar dat het in alle gemeenten mogelijk wordt om als zelfstandige of ondernemer te werken vanuit de bijstand. We doen een beroep op gemeenten om de ruimte die de P-wet daarvoor biedt volledig te benutten. LaNSCO ondersteunt daarbij door lokale coöperaties op weg te helpen, administratieve hulpmiddelen te ontwikkelen om het voor gemeenten eenvoudiger te maken en door actief deelnemers te werven via onze partners in de wijken van steden en dorpen.

Wij gaan door met het delen van de verhalen over de vele goede praktijkvoorbeelden. Over mensen die via de coöperaties uit een diepe put omhoogklimmen, van de bank af komen, weer zelfrespect krijgen en een perspectief in het leven.

Eric van der Eerden