Er gloort een glimpje licht in de donkere tunnel die Participatiewet heet. Een bijstandswet met onbarmhartige regels en willekeur in de behandeling van mensen die een beroep doen of deden op dit sociale vangnet. Volgens een analyse in de Volkskrant wil een ruime Kamermeerderheid aanpassing van deze wet.

Het is de welbekende boodschappenboete, die een bijstandsontvanger uit Wijdemeren kreeg opgelegd, die de Tweede Kamer rond Kerst wakker schudde. De bijstandsgerechtigde kreeg 7000 euro boete opgelegd. Zij had namelijk jarenlang boodschappen van haar moeder ontvangen. En dat mag dus niet, zoals een bijstandsgerechtigde volgens de letter van de wet ook geen eten van de voedselbank mag krijgen. De uitkering is voor levensonderhoud. Wie andere inkomstenbronnen heeft om daarin te voorzien, wordt onverbiddelijk gekort. Dat de uitspraak van de rechter over de boete kort na Kerst bekend werd, joeg het mededogen nog meer op. SP, GroenLinks, PvdA, D66, ChristenUnie en het CDA meldden dat ze een aanpassing eisen van de in hun ogen onbarmhartige bijstandsregels. Iets waar de gemiddelde burger die ermee te maken heeft het al jaren over eens is.

Stemming Kamer
Nu is het wel zo dat in de zaak ‘Wijdemeren’ ook bezit verzwegen was voor de sociale dienst. Ze had een auto en een ‘motor uit het duurdere segment’. Daarom blijft de boete staan. De vrouw in kwestie heeft al een tijdje geleden een andere weg ingeslagen en maakt geen gebruik meer van een uitkering. Maar dat heeft de stemming bij de meerderheid van de Kamer vooralsnog niet doen kantelen. De affaire met de kinderopvangtoeslag speelt daarin zeker een rol en het besef dat er in de wet op sociale zekerheid te weinig ruimte over is voor maatwerk en individuele omstandigheden. Een groeiend aantal mensen met een bijstandsuitkering kan niet meer rondkomen en in de loop van jaren is alles is in het teken komen te staan van controle en fraudebestrijding. Dat gaat in de komende kabinetsformatie zeker een issue worden.

Basisvoorziening
De bijstand kwam er in 1967 en was bedoeld als basisvoorziening tegen armoede. Er werd nog even aan gedacht om misbruik strafbaar te maken, maar dat gebeurde niet. Sociaal zwakkeren zouden daar de dupe van worden. Niet alleen armen deden een beroep op de bijstand. Nadat de echtscheidingswet in 1971 van kracht wordt komen veel vrouwen, al dan niet met kinderen, in de bijstand terecht, vaak aangevuld met alimentatie van de ex-echtgenoot.

Veel eisen werden niet gesteld. Wie in de jaren tachtig afstudeerde en de studiebeurs kwijtraakte, kreeg zonder veel problemen bij de gemeente bijstand. Want: ‘Den Haag betaalt toch de rekening’. Tot het de spuigaten uitliep en er snoeiharde rapportages verschenen: de uitvoering blijkt een chaos, een kwart van de uitkeringen zou onterecht zijn. In de jaren negentig, keerde het tij. Gemeenten werden stapsgewijs zelf verantwoordelijk voor de bijstand, ze kregen een strak budget van het Rijk. Deels bestemd voor uitkeringen en deels voor ‘reïntegratie’ en ‘activering’. Bijstandsgerechtigden moesten weer aan het werk, de uitkering mag geen hangmat zijn, klonk het.

Teugels aangetrokken
Opeenvolgende bewindslieden volgden daarna stoïcijns deze lijn. Gemeenten gingen steeds meer zelf aan de slag om bijstandsgerechtigden te ‘activeren’. Met de teugels strak aangetrokken. Zo moesten bijstandsgerechtigden in Tilburg treinen schuren met de NS als opdrachtgever. Als ze niet kwamen werd de uitkering verlaagd. Jaren later wordt het een schandaal, omdat zij onbeschermd met het kankerverwekkende chroom-6 hebben gewerkt. In andere gemeenten was het gedwongen werk minder risicovol, maar net zo weinig verheffend.

De overheid werd ook minder goedgelovig. Misbruik was vanaf 1996 strafbaar. De ‘Wet boeten en maatregelen in de sociale zekerheid’ regelt strafmaatregelen als burgers de hand lichten met uitkeringen. De maximumboete is 2.269 euro. Ook werd het toezicht steeds strenger. Hoogtepunt of liever dieptepunt is de Fraudewet van 2012. Dit op initiatief van het toenmalig kabinet VVD, CDA en PVV. Die schrijft gemeenten dwingend voor hoe fraude en misbruik te bestraffen. Sindsdien moet maximaal het totaal onterecht gekregen uitkeringsbedrag plus een boete worden terugbetaald. De voorwaarden worden aangescherpt. Er is een maximum voor spaargeld en sollicitatieplicht. Van die laatste werden alleenstaande ouders lang vrijgesteld, eerst met kinderen tot 12 jaar, nu nog maar tot 5 jaar, inclusief scholingsplicht voor de ouder.

Tegenprestatie
Achtereenvolgens kwamen ook de huishoudeninkomenstoets, de kostendelersnorm, de tegenprestatie, de taaleisen en de eisen aan het uiterlijk erbij. De ‘inlichtingenplicht’ legt het initiatief bij de bijstandsontvanger. Een verkoop op Marktplaats, een groot cadeau, geregeld eten bij familie of vrienden – alles wat niet gemeld wordt, kan plots als fraude worden gezien door de overheid. Ook als de bijstandsgerechtigde mantelzorg verleent aan een thuiswonende oudere en diens bankpas meekrijgt om boodschappen te doen. Wil je meer lezen over het ontstaan en de ontwikkelingen rondom de bijstand? Het boek Streng maar onrechtvaardig is dan een aanrader.

Groeiend besef
Onder meer door de corona-crisis worden er in de samenleving en in de politiek steeds meer vraagtekens gezet over nut en noodzaak van het regime. Het streven om de bijstand zo onaantrekkelijk mogelijk te maken raakt vooral mensen met weinig uitzicht op werk. Die weinig keus hebben maar intussen wel worden bedreigd in hun bestaanszekerheid. Daarnaast speelt de discussie of de bijstand wel hoog genoeg is om van te leven. Honderdduizenden kinderen groeien in welvarend Nederland op in armoede, vaak in bijstandsgezinnen. Daarom pleit een reeks partijen voor verhoging van het minimumloon. De bijstand volgt in principe zo’n verhoging.

Opkomst sociale coöperaties
De verschillende politieke partijen zitten nog niet op één lijn voor de benodigde aanpassingen. De roep om verandering van het systeem wordt wel steeds luider. Wat ook een rol speelt is dat het Sociaal en Cultureel Planbureau meldt dat slechts een klein deel, 8 procent, van de bijstandsgerechtigden tot werken in staat is. De rest kampt met taalproblemen, medische klachten of verslavingen. Met ‘werken’ wordt dan bedoeld “een reguliere baan in loondienst’. Als dat voor het merendeel van de bijstandsgerechtigden niet de oplossing is, zijn alternatieven nodig die mensen een zinvolle mogelijkheid bieden om mee te doen in de samenleving. Een sociale cooperatie is zo’n mogelijkheid. Daar kunnen mensen met behoud van uitkering participeren. Dat is winst! Voor de mensen omdat zij hun talenten kunnen inzetten, zelfvertrouwen kunnen opbouwen en zich verder kunnen ontwikkelen. Voor de gemeente omdat een sociale cooperatie een waardevolle aanvulling is op de bestaande participatiemogelijkheden. Bijkomend voordeel is het coöperatieve werken dat een versterkend en verbindend effect heeft op mensen.

Bron: Volkskrant 5 mei 2021.

Bert Vos.